Nooit meer 47 jaar

Dit is een moeilijke week voor mij. Morgen 17 februari zou mijn zus Hilde 47 jaar zijn geworden als ze in december niet plotseling zou zijn overleden. Op het begin ging het nog best goed met me, beter dan nu. Het klinkt raar, maar het besef dat ik haar echt nooit meer zal spreken wordt steeds duidelijker. Natuurlijk wist ik dat 18 december al met mijn verstand, maar toch sijpelt het nu stapje voor stapje ook steeds meer door in mijn gevoel.

 

 

 

 

 

Rouw verloopt voor iedereen anders

Rouw verloopt voor iedereen anders, maar toch ook weer niet helemaal anders. Ik las de laatste weken een paar boeken over rouw en dat gaf me toch ook wel steun door de herkenning. Ik las ‘ de rouwclub‘. Zo’n andere setting, maar tegelijkertijd precies onze situatie. Het begint al in het ziekenhuis, waar ieder op zijn/haar eigen manier met de ernstige situatie om gaat. De ene persoon wil tot in de puntjes weten hoe het precies in elkaar zit, de ander helemaal niet.

Het is op zo’n moment onbegrijpelijk dat het voor de een zo anders is als voor de ander. Daar verbaasde ik me ook over, hoe logisch dat ook eigenlijk is. In het gewone dagelijkse leven reageren mensen al uniek. In een traumatische situatie wordt dit contrast versterkt. Een zin uitgesproken door een arts wordt door de ene persoon geïnterpreteerd als positief, terwijl een andere persoon uit dezelfde informatie concludeert dat het helemaal mis is. Dit soort verschillen maakt de situatie er niet gemakkelijker op.

Uiteindelijk als de persoon overlijdt moeten er allerlei beslissingen genomen worden. Het valt niet mee om dan de juiste beslissingen te nemen, waar zowel diegene die overleden is als de verschillende nabestaanden (met allerlei verschillende gevoelens) het met elkaar over eens zijn. O.a. over begraven of cremeren en de inhoud van de dienst. Mijn zus Hilde wilde zelf gecremeerd worden. Over wie er tijdens de dienst iets zou zeggen waren we het gelukkig ook snel eens. Hoewel ik het spannend vond om iets te zeggen tijdens de crematie in zo’n grote groep mensen, ben ik blij dat ik dit heb gedaan. Dat voelde goed. Ook in de periode naar de crematie reageert ieder op zijn/haar eigen manier. Ik vermoed dat het wel zo is dat voor iedereen geldt dat het leven na zo’n plotseling overlijden nooit meer hetzelfde zal zijn.

Ook las ik ‘tranen van liefde‘ over een weduwnaar die na het overlijden van zijn vrouw achter bleef met twee kinderen.

Mijn gevoel is tegenstrijdig. Soms overheerst het gevoel dat ik nu direct iets van mijn leven moet maken, voordat het te laat is. Maar dat wordt afgewisseld met een alles verlammende droefheid. En dan weer het gevoel dat het toch best goed gaat. Of wil ik mezelf dat graag wijs maken? Ik weet het niet zo goed.

Mijn leven gaat door, maar soms ook even niet

Er is nog best een aantal mensen die nu af en toe vraagt hoe het met me gaat. Dat is fijn! Mijn leven gaat door, maar soms ook even niet. Niet iedereen beseft dat. En dat vind ik best ingewikkeld. Dat vraagt van me om nog duidelijker te communiceren wat ik nu wel kan en (nog) niet kan. Dat is moeilijk als je gewend bent om normaal gesproken gewoon een tandje harder te gaan als dat nodig is. Dat gaat nu even niet.

Het is duidelijk dat ik goed voor mezelf moet zorgen, want alleen dan kan ik er ook voor anderen zijn. Dat weet ik donders goed, maar nu in deze situatie vergt dat meer energie van me dan ik gewend ben. Ik heb meer tijd voor mezelf nodig. En waarschijnlijk juist daarom merk ik nu pas, hoe vaak iemand even iets van me wil. En hoe vaak ik daar ja op zeg, ook terwijl ik daar eigenlijk niet de energie voor heb en ik wellicht ook niet direct de aangewezen persoon daarvoor ben. Als ik meer energie heb doe ik dat dus nog veel vaker. Waarom zou ik dat doen?

Uitrusten en bedenken wat ik de rest van mijn leven ga doen

Morgen gaan we naar Eindhoven naar Marco en Isabel, haar man en haar dochtertje van acht jaar. Vanavond belde ik Verena even of ze ook gevraagd was om te komen. Zij was een hele goede vriendin van Hilde en die hoort er op zo’n dag zeker bij. Gelukkig dat Marco dat blijkbaar ook vindt. Het wordt morgen een lastige dag. Voor de rest van de week hoef ik van mezelf verder niks meer. Hoogstens uitrusten en bedenken wat voor een leuke dingen ik ga doen in de rest van mijn leven.